Ik denk van niet…
Eerlijk gezegd ben ik van geen van de arbeidsmarktplannen van demissionair voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid Van Gennip onder de indruk. Niet alleen zitten de wetsvoorstellen ronduit rommelig in elkaar met eindeloze herhalingen en zonder structuur. Ook lijkt inhoudelijk niet goed te zijn nagedacht over de plannen en over wat de plannen in de praktijk teweeg zullen brengen. Voordat ik inga op de re-integratieplannen van de demissionaire minister, laat ik een aantal andere plannen de revue passeren;
ZZP-plannen
De plannen met zzp-ers zijn in de praktijk onwerkbaar; de administratieve rompslomp wordt enorm en echte zekerheid heb je dan nog niet. Tijdelijke, interim en vervangingsklussen zullen straks allemaal moeten worden ingevuld met dienstverbanden, met alle arbeidsrechtelijke ongemakken van dien.
Bovendien wijst onderzoek – bijvoorbeeld van het Adviescollege Toetsing Regeldruk – uit dat de plannen schijnzelfstandigheid niet zullen tegengaan. Het ATR heeft Van Gennip geadviseerd om het wetsvoorstel niet in te dienen.
Crisishulp-plannen
In het plan van de demissionaire minister dat werkgevers zou moeten helpen om personeel te behouden in lastige tijden, zie ik geen reden voor werkgevers om ‘en masse’ vast personeel in dienst te nemen. Hetgeen wel de bedoeling is van dit wetsvoostel.
Een crisis of calamiteit die buiten het ondernemersrisico valt komt niet zo heel vaak voor. Ondernemers houden daar – bij het nemen van beslissingen zoals het al dan niet in vaste dienst nemen van personeel – niet of nauwelijks rekening mee, hoe kan het ook; dat soort crises en calamiteiten laat zich niet voorspellen, dat hebben we met Covid gezien.
Bovendien is de maximale hulptermijn van zes maanden wel erg kort om ‘de crisisperiode te overbruggen’. De minister neemt de coronacrisis als voorbeeld. Die steun duurde maar liefst 27 maanden.
Plannen voor laagdrempelige geschillenbeslechting
Dan is er ook nog het plan om een arbeidscommissie in te stellen dat moet zorgen voor laagdrempelige bemiddeling bij geschillen over werk. Dit plan heeft de demissionaire minister zelf al naar de prullenbak verwezen voordat ze het heeft uitgewerkt.
Verlichting van re-integratie verplichtingen in het tweede ziektejaar
Ik heb ervoor gekozen om in deze blog in te zoomen op het wetsvoorstel dat kleine en middelgrote werkgevers moet helpen als ze te maken hebben met langdurig zieke werknemers. De bedoeling van dit wetsvoorstel is – net als van de plannen voor de crisishulp – dat het werkgevers overhaalt om medewerkers in vaste dienst te nemen. Ik vrees dat ook deze plannen het verschil voor werkgevers echt niet gaan maken, zeker niet omdat het grootste struikelblok voor werkgevers; het grote financiële risico, niet wordt weggenomen maar zelfs wordt vergroot.
Wat houden de plannen in?
Kort gezegd houden de plannen in dat werkgevers de mogelijkheid krijgen om een zieke werknemer in zijn tweede ziektejaar te vervangen door een andere werknemer. Als de zieke werknemer herstelt, dan heeft hij in dat geval geen aanspraak meer op zijn eigen functie en kan zijn dienstverband worden beëindigd.
Klinkt goed?
Dat klinkt misschien goed, maar de ‘mitsen en maren’ die eraan zitten maken het wat mij betreft een gedrocht.
Voordat een nieuwe werknemer de plek van de zieke werknemer in kan nemen, moet het eerste spoor worden afgesloten.
Afsluiten van het eerste spoor
Het eerste spoor kan worden afgesloten als:
- de werknemer, uiterlijk in de 52ste ziekteweek (later geldt niet), schriftelijk instemt met het afsluiten van het eerste spoor; of
- het UWV op verzoek van de werkgever, uiterlijk in de 42ste week (later geldt niet), toestemming geeft om het eerste spoort af te sluiten.
Verplichting tweede spoor blijft bestaan
Als het eerste spoor is afgesloten, dan hoeft de werkgever de werknemer weliswaar niet meer in het eerste spoor te re-integreren, maar wel in het tweede spoor. Bovendien zal hij het loon tijdens ziekte ook gewoon aan de werknemer moeten blijven betalen.
Als de werknemer in het tweede ziektejaar herstelt
Mocht de werkgever de werknemer op dat moment nog niet vervangen hebben door een andere werknemer die bij hem in dienst is, dan heeft deze werknemer alsnog aanspraak op zijn oude functie.
Als de werknemer in het tweede ziektejaar hersteld is en geen aanspraak op zijn eigen functie kan maken, dan ben je als werkgever verplicht om de werknemer te re-integreren in het bedrijf van een andere werkgever.
De herstelde werknemer heeft in dat geval bovendien recht op doorbetaling van zijn volledige loon. Dit is niet beperkt tot twee jaar na de eerste ziektedag; zolang de werknemer geen arbeid verricht omdat hij daartoe niet in de gelegenheid wordt gesteld, heeft hij recht op loon.
Nieuwe ontslaggrond
Kleine en middelgrote werkgevers die het eerste spoor correct hebben afgesloten, kunnen het dienstverband met zieke, geheel of gedeeltelijk herstelde werknemers opzeggen. Dat is kan alleen als de functie van de werknemer niet meer beschikbaar is, of komt binnen 13 weken. Bovendien moeten tenminste 104 weken verstreken zijn sinds de eerste ziektedag voordat dit verzoek kan worden gedaan.
Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst op grond van de nieuwe ontslaggrond is de transitievergoeding aan de werknemer verschuldigd. De werkgever heeft dan wel recht op compensatie van deze vergoeding door UWV.
Een hele toestand
Al met al is het dus een hele toestand om het eerste spoor af te sluiten. Qua timing is het niet heel handig dat je al voor de 42ste ziekteweek je verzoek bij UWV moet indienen, vooral omdat je daarvoor dus moet kijken of je met de werknemer afspraken kunt maken én de werknemer twee weken bedenktijd heeft nadat hij eventueel schriftelijk akkoord is (3 weken als je hem niet op zijn bedenktijd hebt gewezen). Je zult dus al uiterlijk ergens in week 35 met de werknemer in gesprek moeten.
Wat schiet de werkgever ermee op?
Daarnaast is het natuurlijk zeer de vraag wat de werknemer ermee opschiet om het eerste spoor af te sluiten. Alleen als een werknemer er tegenop zou zien om terug te moeten in zijn eigen functie kan ik mij voorstellen dat hij hiermee zou in kunnen stemmen, maar anders eigenlijk niet. Ik kan mij bovendien indenken dat een werknemer die altijd goed werk heeft geleverd en ziek is geworden behoorlijk op zijn ziel getrapt wordt als zijn werkgever op deze manier voortijdig van hem af wil.
Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR)
Ik ben niet de enige die sceptisch is. Het ART is vrij vernietigend over dit wetsvoorstel. Het adviescollege noemt het “complex, moeilijk uit te voeren en bovendien weinig effectief”.
Het adviescollege twijfelt ‘in ernstige mate’ aan ‘de effectiviteit en proportionaliteit’ van het plan en twijfelt bovendien aan de uitvoerbaarheid door een schreeuwend tekort aan keuringsartsen.
Het ATR adviseert Van Gennip om ook dit wetsvoorstel niet in te dienen. Ik kan mij in dat advies zeer vinden.