Vakantiegeld wettelijk geregeld
Het vakantiegeld, eigenlijk ‘vakantiebijslag’ genoemd, is wettelijk geregeld. Op grond van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag heeft de werknemer recht op een minimumvakantiebijslag van 8% van het brutoloon. Aan dat brutoloon zit een maximum: de toeslag hoeft alleen te worden betaald over maximaal driemaal het minimumloon. Van deze bepaling mag in het voordeel van de werknemer worden afgeweken. Dat gebeurt meestal. In de arbeidsovereenkomst of een cao is vaak bepaald dat het vakantiegeld wordt toegekend over het gehele loon. Er zijn ook werkgevers die een hoger percentage vakantiegeld aan hun werknemers toekennen.
Uiterlijk in juni uitbetalen, tenzij…
In de wet staat dat het vakantiegeld eenmaal per jaar, bij het opnemen van de vakantie, maar uiterlijk in juni moet worden uitbetaald. In de praktijk wordt de vakantiebijslag meestal gelijk met het salaris over de maand mei betaald. Van deze regel mag echter worden afgeweken. In de arbeidsovereenkomst of cao kan zodoende zijn bepaald dat de vakantiebijslag in meerdere termijnen wordt uitbetaald, bijvoorbeeld twee keer per jaar of elke maand.
Afwijken van regeling?
Het is niet toegestaan om eenzijdig af te zien van de betaling van het vakantiegeld, ook niet als er door corona geen of minder omzet is. Betaal je als werkgever het vakantiegeld niet of te laat uit, dan kan de werknemer naast betaling van het vakantiegeld waarop hij aanspraak heeft, een wettelijke verhoging en wettelijke rente vorderen.
Wil je als werkgever het vakantiebijslag gespreid of later betalen dan in de wet is geregeld of in de arbeidsovereenkomst of cao is afgesproken, dan moet je daarover in gesprek met de individuele werknemers. Je kunt dit namelijk alleen afspreken bij publiekrechtelijke regeling of schriftelijke overeenkomst. Zet in dat geval de nieuwe afspraak duidelijk op papier.
Faillissement
Veel werknemers zijn bereid om mee te denken met een werkgever die in zwaar weer verkeert. Er kleven echter voor de werknemer nadelen aan het akkoord gaan met een afspraak om vakantiegeld later te betalen, als de werkgever failliet gaat. In dat geval compenseert UWV het vakantiegeld slechts tot een jaar terug (uitkering wegens betalingsonmacht). Gaat de werknemer akkoord met een latere betaling, dan staat een deel van het vakantiegeld langer dan 1 jaar open. De werknemer moet dat deel dan vorderen bij de curator, maar in veel gevallen levert dat niets op.
Gaat de werkgever failliet en is het vakantiegeld nog niet uitbetaald, dan kan dit ook gevolgen hebben voor de hoogte van de WW-uitkering van de werknemer. De WW-uitkering wordt namelijk berekend op basis van het loon (inclusief vakantiebijslag) in het jaar voorafgaand aan de werkloosheid. Vaak valt de uitkering dan lager uit.
Het is gezien het bovenstaande raadzaam om werknemers hier als goed werkgever voor te behoeden. Betaal bijvoorbeeld in elk geval een deel van het vakantiegeld, zodat er geen vorderingen van langer dan een jaar openstaan.
NOW en vakantiegeld
De NOW-regeling compenseert werkgevers voor het loon, dit is inclusief het vakantiebijslag. Het is de bedoeling om het vakantiebijslag over de maanden waarvoor NOW is ontvangen dan ook uit te keren.