Praktijkvragen over de transitievergoeding

Wanneer moet de werkgever een transitievergoeding betalen?

De werkgever moet een transitievergoeding betalen aan de werknemer bij bepaalde gevallen van ontslag. Dat is het geval als de arbeidsovereenkomst:

  • door de werkgever is opgezegd;
  • op verzoek van de werkgever is ontbonden; of
  • na een einde van rechtswege op initiatief van de werkgever niet aansluitend is voortgezet;

De werkgever moet ook een transitievergoeding aan de werknemer betalen als de arbeidsovereenkomst als gevolg van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever:

  • door de werknemer is opgezegd;
  • op verzoek van de werknemer is ontbonden; of
  • na een einde van rechtswege op initiatief van de werknemer niet aansluitend is voortgezet.

Wanneer heeft een werknemer geen recht op een transitievergoeding?

In een aantal gevallen hoef je geen transitievergoeding te betalen, namelijk:

  • bij een beëindiging van het contract met wederzijds goedvinden;
  • als de werknemer is ontslagen, omdat hij ernstig verwijtbaar handelde of ernstig verwijtbaar nalatig was, tenzij de kantonrechter anders beslist;
  • wanneer de werknemer die is ontslagen nog geen 18 jaar is en gemiddeld ten hoogste 12 uur per week werkte;
  • als de werknemer ontslagen is, omdat hij de AOW-gerechtigde of een andere pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt of na het bereiken van deze leeftijd, of een hogere of lagere overeengekomen pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt;
  • wanneer het bedrijf failliet is gegaan of als de werkgever in de schuldsanering terecht is gekomen. Dit geldt ook als de rechtbank de werkgever surseance van betaling (uitstel van betaling) heeft verleend, omdat hij de schulden niet kan betalen;
  • als de werknemer bij het eindigen van een tijdelijk contract een redelijk aanbod (een gelijkwaardig of beter aanbod) tot verlenging van het arbeidscontract afslaat;
  • als de werknemer vóór het (van rechtswege) eindigen van een tijdelijk contract toch een volgend tijdelijk contract is aangegaan met de werkgever. Voorwaarde is wel dat het nieuwe contract uiterlijk zes maanden na het eindigen van het vorige contract ingaat;
  • als sprake is van bedrijfseconomisch ontslag en bij cao is bepaald dat geen transitievergoeding verschuldigd is omdat de werknemer op grond van die cao recht heeft op een vervangende cao-regeling.

Hoe bereken je de transitievergoeding?

De transitievergoeding bedraagt een derde maandsalaris voor elk jaar dat de arbeidsovereenkomst heeft geduurd, ongeacht de lengte van het dienstverband. Daarvoor kun je de volgende formule hanteren:

(bruto salaris/bruto maandsalaris) x (1/3 bruto maandsalaris / 12)

De transitievergoeding is vanaf het begin van het dienstverband verschuldigd. Dit houdt in dat ook een transitievergoeding moet worden betaald aan de werknemer, als het dienstverband na enkele dagen of tijdens de proeftijd wordt beëindigd op initiatief van de werkgever.

Voor een periode dat de arbeidsovereenkomst korter dan een kalenderjaar heeft geduurd, maakt de werknemer aanspraak op een evenredig deel. Deel hiervoor het feitelijke bruto salaris dat is ontvangen over de duur van dit laatste deel van de arbeidsovereenkomst waarover de berekening naar rato plaatsvindt, door het bruto maandsalaris.

Maximum transitievergoeding

De transitievergoeding kent een maximum. Het maximumbedrag van de transitievergoeding wordt jaarlijks per 1 januari door de minister van SZW gewijzigd overeenkomstig de ontwikkeling van de contractlonen zoals die voor het jaar in de Macro-Economische Verkenningen is geraamd. Dit bedrag wordt altijd afgerond op een veelvoud van € 1.000,-.

De transitievergoeding bedraagt in 2021 maximaal € 84.000,- of maximaal een jaarsalaris als het loon hoger is dan dat bedrag.

Moet je een transitievergoeding betalen bij een vaststellingsovereenkomst?

Bij beëindiging van een dienstverband met wederzijds goedvinden (ook wel: ‘in goed overleg’) sluiten werkgever en werknemer een vaststellingsovereenkomst (ook wel ‘beëindigingsovereenkomst’ genoemd). Bij ontslag met wederzijds goedvinden is de werkgever op grond van de wet geen transitievergoeding aan de werknemer verschuldigd. Partijen kunnen samen wel afspreken dat de werkgever de transitievergoeding – of een andere financiële compensatie voor het verlies van zijn baan – aan de werknemer betaalt.

Hoe zit het met de transitievergoeding als een werknemer ziek uit dienst gaat?

Als een werknemer ziek uit dienst gaat, heeft deze werknemer in beginsel onder dezelfde voorwaarden als andere werknemers die uit dienst gaan recht op een transitievergoeding. De transitievergoeding wordt berekend aan de hand van de duur van het dienstverband en het loon van de werknemer. Werkgevers kunnen bij UWV een vergoeding (compensatie) aanvragen voor de transitievergoeding die is betaald aan de werknemer bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid.

Wanneer kun je een compensatie aanvragen voor de transitievergoeding?

Er zijn verschillende situaties waarin je als werkgever een compensatie kunt aanvragen voor de transitievergoeding. In alle gevallen geldt dat de vergoeding eerst moet zijn betaald. De werkgever vraagt pas daarna de compensatie aan. Regels met betrekking tot de aanvraag en de verstrekking van de compensatie zijn neergelegd in de Regeling compensatie transitievergoeding.

Compensatie transitievergoeding bij ontslag langdurig zieke werknemer

Werkgevers kunnen bij UWV een vergoeding aanvragen voor de transitievergoeding die is betaald aan de werknemer bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid.

Om de compensatie aan te vragen bij UWV moet de werkgever een digitaal formulier invullen. Het formulier ‘Aanvraag compensatie transitievergoeding’ staat in het werkgeversportaal van  UWV. De aanvraag moet ingediend zijn binnen zes maanden na betaling van de volledige transitievergoeding. De compensatie van de transitievergoeding is niet hoger dan het maximum dat de transitievergoeding mocht bedragen. Het kan voorkomen dat de werkgever de arbeidsovereenkomst pas een tijd na de periode van twee jaar ziekte heeft beëindigd. Als in dat geval daardoor een hogere transitievergoeding is betaald, dan wordt de extra periode niet vergoed.

Compensatie transitievergoeding wegens bedrijfsbeëindiging door ziekte, pensionering of overlijden

Kleine werkgevers kunnen een compensatie aanvragen voor de transitievergoedingen die zij zouden moeten betalen bij bedrijfsbeëindiging vanwege hun pensionering of door hun overlijden. ‘Kleine werkgevers’ zijn hier werkgevers met minder dan 25 werknemers. In de toekomst krijgen zij ook de mogelijkheid om de vergoeding aan te vragen bij bedrijfsbeëindiging door hun ziekte. Het is nog niet bekend wanneer deze compensatie kan worden aangevraagd.

Moet je loonheffing afdragen over de transitievergoeding?

In de Wet op de loonbelasting is een bepaling opgenomen die de aanspraak op de transitievergoeding vrijstelt van belastingheffing. De uiteindelijke betaling van de transitievergoeding is wel belast. Dit geldt voor:

  • de loonbelasting;
  • de premies volksverzekeringen; en
  • de werkgeverspremie voor de Zorgverzekeringswet.

Dit geldt niet voor de werknemersverzekeringen: er zijn geen WW-/WIA-premies verschuldigd over de transitievergoeding. Dat komt omdat de transitievergoeding loon uit vroegere dienstbetrekking is. Je kunt de transitievergoeding daarom niet onderbrengen in de vrije ruimte van de werkkostenregeling. Uitzondering hierop is, volgens de Belastingdienst, de situatie dat daarnaast ook nog loon wordt uitbetaald waarop de arbeidskorting van toepassing is en als aan de gebruikelijkheidstoets is voldaan. In dat geval mag je de vergoeding, mits vooraf aangewezen als werkkosten, onder de vrije ruimte brengen. Als deze uitzondering niet geldt, is de transitievergoeding als loon uit vroegere dienstbetrekking ‘regulier’ belast.